Dossier naam
Nieuw Belgisch naamrecht
Aanpassing naamrecht Wet 25 december 2016: dubbele naam in alfabetische volgorde bij onenigheid ouders
VLAVABBS maakte onderstaande summiere samenvatting van de nieuwe wetgeving, net als een uitgebreider overzicht van de nieuwe regels in een apart document. Alle reacties, vragen en opmerkingen zijn steeds welkom.
Op 30 december 2016 verscheen in het Staatsblad de wet van 25 december 2016 tot wijziging van de artikelen 335 en 335ter van het Burgerlijk Wetboek betreffende de wijze van naamsoverdracht aan het kind waarin een nieuwe standaardregeling bij onenigheid of gebrek aan keuze wordt voorzien. Eveneens op 30 december 2016 werd in het Staatsblad een bijkomende Omzendbrief van de Minister van Justitie ter verduidelijking van de nieuwe regels opgenomen.
Het arrest nr. 2/2016 van het Grondwettelijk van 14 januari 2016 vernietigde vanaf 1 januari 2017 de standaardregeling dat bij onenigheid tussen de ouders of bij afwezigheid van keuze het kind de naam van de vader kreeg. Voortaan krijgt een eerste gemeenschappelijk kind waarvan de afstamming ten opzichte van beide ouders vaststaat bij de geboorteaangifte de dubbele naam in alfabetische volgorde, indien er bij de ouders onenigheid bestaat over de naam of zij weigeren een keuze te maken. Indien de ouders zelf reeds beschikken over een dubbele naam, kan slechts één naam voor elk van hen worden doorgegeven. Ook bij onenigheid tussen de meeouders of wanneer deze weigeren een keuze te maken wordt dezelfde regeling van kracht.
Gelukkig leidt deze aanpassing niet tot meer administratieve overlast: de aangevers of de aangever verklaren bij de aangifte van geboorte welke de naam van het kind is. De gemeenschappelijke verklaring mag, maar hoeft niet meer ingevuld te worden. Net zoals bij de voornamen, delen de aangever of aangevers aan de ambtenaar van de burgerlijke stand de overeenstemming tussen de ouders over de naam van het kind mee of de onenigheid of de weigering om een keuze te maken.
De nieuwe regeling is enkel van kracht voor kinderen geboren vanaf 1 januari 2017. Van 1 januari 2017 tot 1 juli 2017 kan één van de ouders wel vragen om de nieuwe standaardregeling toe te passen op hun gemeenschappelijke minderjarige kinderen, indien er bij de aangifte van geboorte van hun eerste gemeenschappelijke kind geboren tussen 1 juni 2014 (inwerkingtreding nieuwe naamrecht) en 31 december 2016 (datum tot wanneer de standaardregeling door het arrest van het Grondwettelijk Hof behouden bleef) onenigheid was over de naam of er toen geen keuze gemaakt werd. Deze verklaring om in plaats van de vadersnaam de dubbele naam in alfabetische volgorde toe te kennen, wordt afgelegd bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de woonplaats van het kind.
Onderstaande schema’s kunnen je helpen bij het nieuwe naamrecht (wet van 8 mei 2014). Ze werden aangepast om rekening te houden met de wijzigingen van de wet van 22 december 2014 met ingang vanaf 1 januari 2015, inclusief de naam van een kind met een moeder en een meemoeder. Ze worden nog verder aangepast aan de wet van 25 december 2016.
Chronologie
- Op 26 mei 2014 verscheen in het Belgisch Staatsblad het nieuwe naamrecht (Wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde). VLAVABBS maakte een overzichtsdocument (1 juni 2014) met de voornaamste nieuwe regels, de toepassingsmodaliteiten en nieuwe documentaire aktenmodellen.
- Op 30 mei 2014 verscheen in het Staatsblad het Koninklijk Besluit dat de inwerkingtreding vaststelt op 1 juni 2014.
- Een omzendbrief werd gepubliceerd in het Staatsblad op 30 mei 2014.
- De wijzigingen aan de structuren van het Rijksregister staan operationeel sinds 1 september 2014. Ze werden reeds enkele maanden voorbereid.
- Op 23 december 2014 verscheen in het Staatsblad de wet van 18 december 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van internationaal privaatrecht, het Consulair Wetboek, de wet van 14 mei 2014 houdende de vaststelling van de afstamming van de meemoeder en de wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde. Dit is de zgn. Reparatiewet. Deze trad in werking op 1 januari 2015 samen met de afstamming van de meemoeder (met uitzondering van het door de reparatiewet herschreven overgangsrecht met betrekking tot de verklaringen van naamkeuze voor kinderen geboren of geadopteerd voor 1 juni 2014 – art. 12 van de Wet van 8 mei 2014 – dat retroactief geldt vanaf 1 juni 2014).
De reparatiewet bevat als belangrijkste onderdelen (naast enkele juridisch-technische verbeteringen van de verwijzingen en sommige bewoordingen):
(1) de meemoeder toe te laten het vaderschap te betwisten in bepaalde gevallen zoals dat omgekeerd ook reeds mogelijk was
(2) het internationaal privaatrecht te verduidelijken wat het toepasselijk recht en de bevoegde rechter betreft bij de vestiging van een afstammingsband langs meemoederszijde (voor het vestigen van een afstammingsband geldt voortaan steeds het recht van de staat waarvan de persoon in kwestie de nationaliteit heeft)
(3) ouders van Belgische kinderen die hun woonplaats in het buitenland hebben kunnen voortaan terecht op de ambassades/consulaten voor het afleggen van een verklaring van naamkeuze ingevolge het overgangsrecht
(4) moeder en meemoeder zullen op dezelfde wijze als moeder en vader gebruik kunnen maken van het nieuwe naamrecht met alle keuzemogelijkheden die dat inhoudt, bij gebreke van een keuze of bij onenigheid krijgt het kind de naam van de meemoeder
(5) de verklaring van naamkeuze ingevolge het overgangsrecht (art. 12 Wet 8 mei 2014) kan enkel afgelegd worden onder voorbehoud dat ouders/adoptanten geen gemeenschappelijke meerderjarige kinderen hebben op de dag van het afleggen van de verklaring. Daarnaast wordt de termijn van 3 maanden om een verklaring van naamkeuze ingevolge het overgangsrecht af te leggen na een nieuwe geboorte of adoptie uitgebreid tot één jaar (bv. gemeenschappelijk kind geboren in 2013, nieuw kindje geboren in 2016). Bovendien krijgt iedereen één jaar de tijd om een verklaring van naamkeuze ingevolge het overgangsrecht af te leggen bij het vaststellen van een tweede afstammingsband van voor 1 juni 2014 geboren gemeenschappelijke minderjarige kinderen (bv. een erkenning in 2016 van een kind geboren in 2013). - Met het oog op de praktische toepassing van de Reparatiewet verscheen op 29 december 2014 in het Staatsblad ook een Omzendbrief van de Minister van Justitie.
- In arrest nr. 2/2016 van het Grondwettelijk Hof (gepubliceerd in het Staatsblad op 14 maart 2016) werd de standaardregeling dat het kind de naam van de vader kreeg bij onenigheid of bij afwezigheid van keuze van naam vernietigd met effect vanaf 1 januari 2017.
- Op 30 december 2016 verscheen in het Staatsblad daarom de wet van 25 december 2016 tot wijziging van de artikelen 335 en 335ter van het Burgerlijk Wetboek betreffende de wijze van naamsoverdracht aan het kind waarin een nieuwe standaardregeling bij onenigheid of gebrek aan keuze wordt voorzien.
- Eveneens op 30 december 2016 werd in het Staatsblad een bijkomende Omzendbrief van de Minister van Justitie ter verduidelijking van de nieuwe regels opgenomen. VLAVABBS maakte een uitgebreid overzicht over de nieuwe regels.
Definities
Oude regels

Dit schema geeft een overzicht van de oude wetgeving tot 1 juni 2014. Een kind heeft de naam van zijn vader of zijn moeder afhankelijk van op welk moment welke afstamming komt vast te staan. Ondanks de nieuwe wet moet je de oude wetgeving in sommige gevallen nog steeds toepassen.
Burgerlijk wetboek voor 1 juni 2014
1. en 2. Artikel 335 §1 Burgerlijk wetboek:
Het kind wiens afstamming alleen van vaderszijde vaststaat of wiens afstamming van vaderszijde en van moederszijde tegelijkertijd komen vast te staan, draagt de naam van zijn vader (…)
3. Artikel 335 §2 Burgerlijk wetboek:
Het kind wiens afstamming alleen van moederszijde vaststaat, draagt de naam van zijn moeder
4. Artikel 335 §3 Burgerlijk wetboek:
Indien de afstamming van vaderszijde komt vast te staan na de afstamming van moederszijde, blijft de naam van het kind onveranderd. Evenwel kunnen de ouders samen of een van hen, indien de andere overleden is, in een door de ambtenaar van de burgerlijke stand opgemaakte akte verklaren dat het kind de naam van zijn vader zal dragen. Die verklaring moet worden gedaan binnen een jaar te rekenen van de dag waarop de personen die de verklaring doen, de vaststelling van de afstamming hebben vernomen en voor de meerderjarigheid of de ontvoogding van het kind. De termijn van een jaar begint te lopen op de dag die volgt op de in artikel 319bis, tweede lid, bedoelde kennisgeving of betekening) Artikel 335 §4 Burgerlijk wetboek: Indien de afstamming van een kind wordt gewijzigd wanneer het de meerderjarige leeftijd heeft bereikt, mag er zonder zijn akkoord geen enkele verandering aan zijn naam worden aangebracht
Nieuwe regels

Burgerlijk wetboek vanaf 1 juni 2014 Burgerlijk wetboek vanaf 1 juni 2014
1. Artikel 335 §1 Burgerlijk wetboek:
Het kind wiens afstamming van vaderszijde en afstamming van moederszijde tegelijkertijd komen vast te staan draagt ofwel de naam van zijn vader, ofwel de naam van zijn moeder, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen. De ouders kiezen de naam van het kind op het ogenblik van de aangifte van de geboorte. De ambtenaar van de burgerlijke stand neemt akte van deze keuze.
_[wijziging vanaf 1 januari 2017:]
In geval van onenigheid of bij afwezigheid van keuze, draagt het kind de naam van de vader. In geval van onenigheid draagt het kind de naam van de vader en de naam van de moeder naast elkaar in alfabetische volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen. Wanneer de vader en de moeder, of een van hen, een dubbele naam dragen, kiest de betrokkene het deel van de naam dat aan het kind wordt doorgegeven. Bij afwezigheid van keuze wordt het deel van de dubbele naam dat wordt doorgegeven bepaald op basis van de alfabetische volgorde.
De weigering om een keuze te maken wordt beschouwd als een geval van onenigheid.
Indien de ouders samen de geboorte van het kind aangeven, stelt de ambtenaar van de burgerlijke stand, overeenkomstig het tweede lid, de door de ouders gekozen naam of de onenigheid tussen de ouders, vast.
Indien een ouder alleen de geboorte van het kind aangeeft, geeft deze de door de ouders gekozen naam of de onenigheid tussen de ouders aan de ambtenaar van de burgerlijke stand(ABS) aan.
Bij de geboorteaangifte kiezen de ouders de naam of geven aan dat er onenigheid is en er geen keuze gemaakt werd door hen. De ambtenaar van de burgerlijke stand neemt de keuze van de ouders op in de akte.
De ouders kunnen op volgende manier kiezen:
- Door samen de aangifte te doen en hun keuze mee te delen aan de ABS.
- De moeder of de vader doet de aangifte alleen en deelt de keuze van beide ouders mee aan de ABS.
- De aangever bezorgt een ‘verklaring naamkeuze‘ waarin de ouders schriftelijk hun keuze maken aan de ABS bij de aangifte.
De omzendbrief schrijft voor om in de eerste twee gevallen de aangever(s) te laten tekenen op de minuut van de geboorteakte waarop duidelijk de keuze van de naam vermeld wordt.
Een eventuele verklaring naamkeuze en de minuut van de geboorteakte worden in het administratief dossier bewaard.
Deze keuze kan zijn:
- De naam van de moeder
- De naam van de vader
- Een deel van de naam van de moeder en een deel van de naam van de vader in een door hen te kiezen volgorde
- (indien er onenigheid is tussen de ouders) de aangever(s) maakt melding dat er onenigheid is over de keuze van de naam
Bij onenigheid krijgt het kind de dubbele naam van moeder en vader in alfabetische volgorde.
Elke ouder kan in dit geval het deel van zijn naam kiezen dat hij of zij doorgeeft aan het kind. Als een ouder geen keuze maakt over welk deel hij of zij wil doorgeven aan het kind, dan krijgt het kind het deel van de naam van die ouder in alfabetische volgorde.
Afwezigheid van keuze kan zijn:
- de aangever(s) meldt dat er onenigheid is
- de aangever(s) kiest een ongeldige naam
Voorbeelden
- Keuze door ouders bij de aangifte
- Moeder Jansen (Belg)
- Vader Gonzales Ramirez (Belg)
- De ouders doen samen aangifte en kiezen een van volgende namen: ‘Jansen’, ‘Gonzales Ramirez’, ‘Jansen Gonzales Ramirez’, ‘Gonzales Ramirez Jansen’
- Keuze door een ouder bij de aangifte
- Moeder Peeters (Belg)
- Vader Abdali (Belg)
- De vader doet de aangifte en kiest uit naam van beide de ouders een van volgende namen: ‘Peeters’, ‘Abdali’, ‘Peeters Abdali’ of ‘Abdali Peeters’
- Afwezigheid van keuze
- Moeder Jansen Govaerts (Belg met zelf een dubbele naam)
- Vader Gonzales Ramirez (Spanjaard)
- De ouders doen samen aangifte en melden dat er onenigheid is.
- Het kind krijgt de naam in alfabetische volgorde met een deel van elk.
- De moeder kiest ‘Jansen’ als deel om door te geven aan het kind.
- De vader kiest ‘Ramirez’ als deel om door te geven aan het kind.
- Het kind krijgt de naam ‘Jansen Ramirez’
- Afwezigheid van keuze
- Moeder Jansen Govaerts (Belg met zelf en dubbele naam)
- Vader Gonzales Ramirez (Spanjaard)
- De ouders doen samen aangifte en melden dat er onenigheid is.
- Het kind krijgt de naam in alfabetische volgorde met een deel van elk.
- De moeder kiest geen deel om door te geven aan het kind.
- De vader kiest geen deel om door te geven aan het kind.
- Het kind krijgt de naam ‘Gonzales Govaerts’
- Afwezigheid van keuze
- Moeder Jansen Govaerts (Belg met zelf en dubbele naam)
- Vader Gonzales Ramirez (Spanjaard)
- De vader doet de aangifte en meldt dat er onenigheid is.
- Het kind krijgt de naam in alfabetische volgorde met een deel van elk.
- De moeder kiest ‘Jansen’ als deel om door te geven aan het kind.
- De vader kiest ‘Ramirez’ als deel om door te geven aan het kind.
- Het kind krijgt de naam ‘Jansen Ramirez’
- Ongeldige keuze
- Moeder Jansen Govaerts (Belg met zelf en dubbele naam)
- Vader Da Silva Pinto Cabrita (Portugees)
- De ouders kiezen Da Silva Jansen Pinto als naam – dit is een ongeldige keuze
- De ABS meldt hen dat dit een ongeldige keuze is. Het kind krijgt de dubbele naam met een deel van elke van hen in alfabetische volgorde. Indien de ouders willen, kiezen zij het deel van hun naam dat ze doorgeven
- De ouders kiezen geen deel van hun naam om door te geven
- Het kind krijgt de naam ‘Da Silva Govaerts’
Let op: Kinderen geboren voor 1 januari 2017 kregen de naam van de vader bij afwezigheid van keuze.
In deze gevallen is er een mogelijkheid voor moeder of vader om tot 30 juni 2017 een verklaring naamsverandering af te leggen volgens de overgangsbepaling om het kind alsnog de dubbele naam te geven in alfabetische volgorde. (zie verder bij overgangsbepaling).
2. Artikel 335 §2 Burgerlijk wetboek:
Het kind wiens afstamming alleen van moederszijde vaststaat, draagt de naam van zijn moeder.
Het kind wiens afstamming alleen van vaderszijde vaststaat, draagt de naam van zijn vader.
3. Artikel 335 §3 Burgerlijk wetboek:
Indien de afstamming van vaderszijde komt vast te staan na de afstamming van moederszijde, blijft de naam van het kind onveranderd. Hetzelfde geldt indien de afstamming van moederszijde komt vast te staan na de afstamming van vaderszijde.
Evenwel kunnen de ouders samen, of kan een van hen indien de andere overleden is, in een door de ambtenaar van de burgerlijke stand opgemaakte akte verklaren dat het kind ofwel de naam van de persoon ten aanzien van wie de afstamming als tweede komt vast te staan zal dragen, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen.
Deze verklaring wordt afgelegd binnen een termijn van één jaar te rekenen van de dag van de erkenning of van de dag waarop een beslissing die de afstamming van vaderszijde of van moederszijde vaststelt in kracht van gewijsde is gegaan, en voor de meerderjarigheid of de ontvoogding van het kind. De termijn van één jaar begint te lopen op de dag die volgt op de in artikel 319bis, tweede lid, bedoelde kennisgeving of betekening.
Bij wijziging van de afstamming van vaderszijde of van moederszijde tijdens de minderjarigheid van het kind als gevolg van een vordering tot betwisting van de afstamming op grond van de de artikelen 312, § 2, 318, §§ 5 en 6, of 330, §§ 3 en 4, neemt de rechter akte van de nieuwe naam van het kind die in voorkomend geval door de ouders is gekozen, met inachtneming van de in § 1 of artikel 335ter bedoelde regels.
Van de in het tweede lid bedoelde verklaring of van het beschikkend gedeelte van het in het vierde lid bedoelde vonnis wordt melding gemaakt op de kant van de akte van geboorte en van de andere akten betreffende het kind.
Indien de afstamming van de ene ouder komt vast te staan na de afstamming van de andere ouder verandert de naam van het kind niet.
De ouders kunnen echter na de vaststelling van de tweede afstammingsband een keuze maken door een verklaring naamsverandering af te leggen.
Dit kan:
- in de erkenningsakte die wordt opgesteld
- tot een jaar na de erkenningsakte of tot een jaar na de betekening van de erkenning aan de echtgenoot of echtgenote van de erkenner
- in het vonnis dat de tweede afstammingsband vaststelt
- tot een jaar na een vonnis dat de tweede afstammingsband vaststelt indien het vonnis geen keuze vermeldt
Let op: in alle bovenstaande gevallen kan de verklaring naamsverandering enkel voordat het kind meerjarig of ontvoogd is.
Voorbeelden:
- Geen verklaring naamsverandering in erkenningsakte
- Moeder Jansen
- Vader Peeters
- Kind geboren op 7 januari 2016, enkel moederlijke afstamming.
- Kind heet ‘Jansen’
- De vader erkent op 4 januari 2017.
- De ouders leggen geen verklaring naamsverandering af.
- Kind behoudt de naam ‘Jansen’
- De ouders kunnen een verklaring naamsverandering afleggen bij eender welke ABS tot:
- tot een jaar na de erkenning
- of indien de erkenner gehuwd is, tot een jaar na de betekening van de erkenning aan de echtgenote
- Verklaring naamsverandering in de erkenningsakte
- Moeder Jansen
- Vader Peeters
- Kind geboren op 7 januari 2016, enkel moederlijke afstamming.
- Kind heet ‘Jansen’
- De vader erkent op 4 januari 2017
- De ouders leggen in de erkenningsakte een verklaring naamsverandering af en kiezen voor ‘Jansen Peeters’
- Vermelding in het vonnis
- Moeder Jansen
- Vader Peeters
- Kind geboren op 7 januari 2016, enkel moederlijke afstamming.
- Kind heet ‘Jansen’
- Het vaderschap wordt gerechtelijk vastgesteld op 12 december 2016
- De rechter neemt in het vonnis de keuze van de ouders op voor de naam ‘Jansen Peeters’
- Geen vermelding in het vonnis
- Moeder Jansen
- Vader Peeters
- Kind geboren op 7 januari 2016, enkel moederlijke afstamming.
- Kind heet ‘Jansen’
- Het vaderschap wordt gerechtelijk vastgesteld op 12 december 2016
- Het vonnis maakt geen melding van een nieuwe naam
- De ouders kunnen een verklaring naamsverandering afleggen bij eender welke ABS tot een jaar na de datum van kracht van gewijsde van het vonnis
Artikel 335 §4 Burgerlijk wetboek:
Indien de afstamming van een kind wordt gewijzigd wanneer het de meerderjarige leeftijd heeft bereikt, wordt er zonder zijn instemming geen verandering aan zijn naam aangebracht.
Deze regel duidt enkel op de gevallen waar een meerderjarig kind door een gerechtelijke beslissing over de afstamming van naam zou veranderen.
Dit betekent niet dat de ouders een verklaring naamsverandering kunnen afleggen indien een meerjarig kind erkend wordt. Dat kan alleen als het kind nog niet meerderjarig of ontvoogd is.
Voorbeeld:
- Een kind wordt geboren uit het huwelijk van de heer Peeters en mevrouw Jansen op 12 januari 1996
- Het kind heeft de naam Peeters
- Het vaderschap van de heer Peeters wordt betwist op 4 januari 2017 (datum kracht van gewijsde vonnis)
- Een kind met alleen een moeder heeft de naam van zijn moeder – echter omdat het kind reeds meerderjarig is, kan je zijn naam niet veranderen zonder zijn instemming.
- Vraag aan betrokkene zijn schriftelijk akkoord om zijn naam te wijzigen naar de naam van zijn moeder. Indien betrokken niet akkoord is, behoudt hij of zij de naam van de heer Peeters!
Artikel 335 bis Burgerlijk wetboek:
De overeenkomstig artikel 335, §§ 1 en 3, bepaalde naam geldt ook voor de andere kinderen wier afstamming later ten aanzien van dezelfde vader en moeder komt vast te staan.
De keuze van paragraaf 1 en 3 kan enkel gemaakt worden bij het eerste gemeenschappelijke kind. Alle volgende kinderen hebben dezelfde naam als de keuze gemaakt bij het eerste gemeenschappelijke kind.
Let op: de naam opgenomen bij het eerste gemeenschappelijke kind in geval van onenigheid geldt ook voor alle volgende kinderen.
Nieuwe regels meemoeder
De wet Wet houdende de vaststelling van de afstamming van de meemoeder van 5 mei 201 voert vanaf 1 januari 2015 een artikel 335ter toe aan het burgerlijk wetboek, waarin de regels bepaald worden voor een kind met een moeder en een meemoeder.

Burgerlijk wetboek vanaf 1 januari 2015
1. Artikel 335 ter §1 Burgerlijk wetboek:
Het kind wiens afstamming van moederszijde en afstamming van meemoederszijde tegelijkertijd komen vast te staan draagt ofwel de naam van zijn moeder, ofwel de naam van zijn meemoeder, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen. De moeder en de meemoeder kiezen de naam van het kind op het ogenblik van de aangifte van de geboorte. De ambtenaar van de burgerlijke stand neemt akte van deze keuze. In geval van onenigheid of bij afwezigheid van keuze draagt het kind de naam van de meemoeder.
2. Artikel 335 ter §2 Burgerlijk wetboek:
§ 2. Indien de afstamming van meemoederszijde komt vast te staan na de afstamming van moederszijde, blijft de naam van het kind onveranderd. Evenwel kunnen de moeder en meemoeder samen, of kan een van hen indien de andere overleden is, in een door de ambtenaar van de burgerlijke stand opgemaakte akte verklaren dat het kind ofwel de naam van de meemoeder zal dragen, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen. Deze verklaring wordt afgelegd binnen een termijn van één jaar te rekenen van de dag van de erkenning of van de dag waarop een beslissing die de afstamming van meemoederszijde vaststelt in kracht van gewijsde is gegaan, en voor de meerderjarigheid of de ontvoogding van het kind. De termijn van één jaar begint te lopen op de dag die volgt op de in de artikelen 325/6, tweede lid, en 325/8, tweede lid, bedoelde kennisgeving of betekening. Bij wijziging van de afstamming van meemoederszijde of van moederszijde tijdens de minderjarigheid van het kind als gevolg van een vordering tot betwisting van de afstamming op grond van de artikelen 312, § 2, 325/3, §§4en5,325/7,§§3en4,of330,§§3en4,neemt de rechter akte van de nieuwe naam van het kind die in voorkomend geval is gekozen door de ouders met inachtneming van de in paragraaf 1 of in artikel 335, § 1, vervatte regels. Van de in het tweede lid bedoelde verklaring of van het beschikkend gedeelte van het in het vierde lid bedoelde vonnis wordt melding gemaakt op de kant van de akte van geboorte en van de andere akten betreffende het kind.
Artikel 335 ter §3 Burgerlijk wetboek:
§ 3. Indien de afstamming van een kind wordt gewijzigd wanneer het de meerderjarige leeftijd heeft bereikt, wordt er zonder zijn instemming geen verandering aan zijn naam aangebracht.
Artikel 335 ter §4 Burgerlijk wetboek:
§ 4. De overeenkomstig de paragrafen 1 en 2, bepaalde naam geldt ook voor de andere kinderen wier afstamming later ten aanzien van dezelfde moeder en meemoeder komt vast te staan.
De manier waarop de naam gekozen wordt en waarmee je rekening moet houden is volledig gelijk aan de manier waarop een naam gekozen wordt bij een kind van moeder en vader.
Kijk bij Nieuwe regels voor de volledige uitleg en voorbeelden. Je kan telkens het woord vader door meemoeder vervangen.
Voorbeelden

De voorbeelden geven de regels aan hoe je een dubbele naam samenstelt:
- Twee ouders met een enkele naam
- Een ouder met een samengestelde naam. Een samengestelde naam (naam uit meerdere woorden van voor 1 juni 2014) is niet deelbaar.
- Een Belgische ouder met een samengestelde naam van vreemde oorsprong. Een Belgische naam van voor 1 juni 2014 is niet deelbaar
- Een niet-Belgische ouder met een vreemde samengestelde naam kan zijn samengestelde naam :
- delen als de naam volgens het recht van het land waarvan hij de nationaliteit bezit deelbaar is. In ons voorbeeld in Chili is de naam deelbaar.
- Een niet-Belgische ouder met een vreemde samengestelde naam kan zijn samengestelde naam :
- niet delen als de naam volgens het recht van het land waarvan hij de nationaliteit bezit niet deelbaar is. In ons voorbeeld in China is de naam niet deelbaar.
- Het kind uit voorbeeld 1 en het kind uit voorbeeld 2 hebben samen een kind.
Let op: telkens als we spreken over een naam gekozen volgens de nieuwe regels worden enkel volgende namen bedoeld:
- alle namen gekozen door toepassing van artikel 335 Burgerlijk Wetboek in werking vanaf 1 juni 2014. Zie Nieuwe regels
- alle namen gekozen door toepassing van artikel 335ter Burgerlijk Wetboek in werking vanaf 1 januari 2015. Zie Nieuwe regels meemoeder
- alle namen gekozen door toepassing van artikel 353-1, 353-2 Burgerlijk Wetboek in werking vanaf 1 juni 2014 bij gewone adoptie
- alle namen gekozen door toepassing van artikel 356-2 Burgerlijk Wetboek in werking vanaf 1 juni 2014 bij volle adoptie
Dat betekent dat een kind, geboren in 2015 als vreemdeling en dat in 2016 Belg wordt (bv. door zijn ouder te volgen die Belg wordt) geen ‘naam gekozen volgens de nieuwe regels’ heeft.
Dat betekent eveneens dat een kind dat via Koninklijk besluit van naam verandert evenmin een ‘naam gekozen volgens de nieuwe regels’ heeft.
Modelaktes
De modelaktes en randmeldingen:
De wijzigingen vanaf 1 januari 2017:
Schema’s
Geboorteaangifte vader
Dit schema toont de juiste oplossing als een kind geboren wordt na 1 juni 2014 met een moeder en een vader.

Afhankelijk van de situatie zijn er vier mogelijkheden
1. Dit is de ouders hun eerste gemeenschappelijk kind.
Pas de nieuwe regels toe
A. De ouders doen samen aangifte
De ouders kiezen samen de naam of geven aan dat er onenigheid is en ze geen keuze kunnen maken.
Bij onenigheid krijgt het kind de dubbele naam in alfabetische volgorde.
Als ook de ouders een dubbele naam hebben kan elke ouder kiezen welk deel van hun naam zij doorgeven aan het kind. Als ze hierin geen keuze maken krijgt het kind het deel van hun naam in alfabetische volgorde.
De ouders tekenen op de minuut voor de gekozen namen en voornamen.
B. Een van de ouders doet de aangifte
De ouder die de aangifte doet, kiest de naam van het kind of geeft aan dat er onenigheid is en ze samen geen keuze hebben kunnen maken.
Bij onenigheid krijgt het kind de dubbele naam in alfabetische volgorde.
Als ook de ouders een dubbele naam hebben kan elke ouder kiezen welk deel van hun naam zij doorgeven aan het kind. Als ze hierin geen keuze maken krijgt het kind het deel van hun naam in alfabetische volgorde.
De ouder die aanwezig is, zal moeten zeggen welk deel van de naam de andere ouder wenst over te dragen indien hij dit weet. Zo niet: alfabetische volgorde.
De ouder die de aangifte doet tekent op de minuut voor de gekozen namen en voornamen uit naam van beide ouders.
De ouder die aangifte doet kan nog steeds een verklaring naamkeuze bezorgen, maar is in geen enkel geval nog verplicht.
C. Een derde persoon (vroedvrouw, verantwoordelijke ziekenhuis) doet de aangifte.
Stel alles ervoor in het werk dat de ouders hun keuze kunnen meedelen via de verklaring naamkeuze.
Zonder deze keuze krijgt het kind de dubbele naam in alfabetische volgorde. Als ook de ouders een dubbele naam hebben, wordt het deel van hen overgedragen in alfabetische volgorde.
De derde persoon kan geen enkele keuze maken wat betreft de naam van het kind of het deel van moeder, vader of meemoeder dat wordt overgedragen.
D. Algemeen
- Als de ouder(s) een keuze maken die niet mogelijk is, negeer je deze keuze. Het kind krijgt de dubbele naam in alfabetische volgorde. Als ook de ouders een dubbele naam hebben, wordt het deel van hun naam overgedragen in alfabetische volgorde.
- Een keuze die een schrijffout (materiële misslag) bevat is geldig, in de geboorteakte schrijf je uiteraard de correcte naam.
2. De ouders hebben reeds gemeenschappelijke kinderen (maar geen meerderjarige) en deze kinderen hebben reeds een naam volgens de nieuwe regels.
Pas de nieuwe regels toe
Als er reeds een kind/kinderen zijn die via de nieuwe regels hun naam hebben gekregen (door geboorte, door verklaring naamsverandering na erkenning of door verklaring naamsverandering volgens de overgangsbepaling) heeft elk volgend kind dezelfde naam.
3. De ouders hebben een gemeenschappelijk meerderjarig kind en hun gemeenschappelijke kinderen hebben hun naam volgens de oude regels
Pas de oude regels toe
Het kind krijgt de naam van de vader (afstamming moeder en vader liggen tegelijk vast).
Deze ouders hebben geen mogelijkheid om nog via de overgangsbepaling aan al hun minderjarige kinderen een naam toe te kennen zoals in de nieuwe regels. De overgangsbepaling is immers niet mogelijk als er reeds meerderjarige kinderen van dezelfde ouders zijn.
4. De ouders hebben reeds gemeenschappelijke kinderen (maar geen meerderjarige) en deze kinderen hebben hun naam door toepassing van de oude regels.
Pas de oude regels toe
Het kind krijgt de naam van de vader (afstamming moeder en vader liggen tegelijk vast)
Deze ouders hebben tot een jaar na de geboorte om een verklaring naamsverandering af te leggen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar hun kinderen ingeschreven zijn in het bevolkingsregister volgens de overgangsbepalingen
Erkenning vader
Dit schema toont de juiste oplossing als de afstamming van de vader van een kind komt vast te staan na de moederlijke afstamming en de ouders willen een verklaring naamsverandering afleggen.

Er zijn vijf mogelijkheden:
1. Dit is de ouders hun eerste gemeenschappelijk kind én het is geboren na 1 juni 2014.
Pas de nieuwe regels toe
De ouders kunnen in de verklaring naamsverandering de naam van hun kind kiezen (moeder, vader, moeder vader of vader moeder).
Deze verklaring kan in de erkenningsakte worden opgenomen of tot een jaar na de erkenning in eender welke gemeente.
2. Dit is de ouders hun eerste gemeenschappelijk kind én het is geboren voor 1 juni 2014
Pas de oude regels toe
Het kind behoudt de naam van de moeder. Stel geen verklaring naamsverandering op volgens de oude regels1!
Deze ouders hebben tot een jaar na de vaststelling van de tweede ouder om een verklaring naamsverandering af te leggen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar hun kinderen ingeschreven zijn in het bevolkingsregister volgens de overgangsbepaling.
3. De ouders hebben reeds gemeenschappelijke kinderen (maar geen meerderjarige) en deze kinderen hebben reeds een naam volgens de nieuwe regels.
Pas de nieuwe regels toe
Als er reeds een kind/kinderen zijn die via de nieuwe regels hun naam hebben gekregen (door geboorte, door verklaring naamsverandering na erkenning of door verklaring naamsverandering volgens de overgangsbepaling) heeft elk volgend kind dezelfde naam.
De erkenningsakte vermeldt gewoonweg de naam van het kind.
4. De ouders hebben reeds een gemeenschappelijk meerderjarig kind en hun kinderen hebben hun naam door toepassing van de oude regels
Pas de oude regels toe
Als de ouders een verklaring naamsverandering willen afleggen krijgt het kind de naam van de vader. Deze verklaring kan in de erkenningsakte of tot een jaar na de erkenning worden opgesteld.
Aangezien deze ouders geen mogelijkheid hebben om nog via de overgangsbepaling aan al hun minderjarige kinderen een naam toe te kennen zoals in de nieuwe regels, moet het voor hen mogelijk zijn om de naam van de vader te kiezen volgens de oude regels.
5. De ouders hebben reeds gemeenschappelijke kinderen (maar geen meerderjarige) en deze kinderen hebben hun naam door toepassing van de oude regels.
Pas de oude regels toe:
Het kind behoudt de naam van de moeder. Stel geen verklaring naamsverandering op volgens de oude regels1!
Deze ouders hebben tot een jaar na de erkenning de tijd om een verklaring naamsverandering af te leggen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar hun kinderen ingeschreven zijn in het bevolkingsregister volgens de overgangsbepaling.
- Let op: de ouders kunnen geen verklaring naamsverandering volgens de oude regels in de erkenningsakte doen. Aangezien zij ook nog in aanmerking komen om de naam van hun kind te kiezen volgens de nieuwe regels via de overgangsbepaling gaan we hen steeds naar die mogelijkheid doorverwijzen. De overgangsbepaling is steeds in de woonplaats van het kind/de kinderen.
Met andere woorden: het moet onmogelijk zijn voor de ouders om eerst de verklaring naamsverandering te doen volgens de oude regels (naam van de vader) om daarna nogmaals via de overgangsbepaling een andere naam te komen kiezen volgens de nieuwe regels. ↩︎ ↩︎
Geboorteaangifte meemoeder
Dit schema toont de juiste oplossing als een kind geboren wordt na 1 januari 2015 met een moeder en een meemoeder.

De wet van 8 mei 2014 voorziet dat de nieuwe regels van artikel 335BW betreffende de naamgeving van een kind met een moeder en vader niet toegepast kunnen worden als dezelfde ouders reeds kinderen hadden voor de inwerkingtreding.
De wet van 5 mei 2014 die de nieuwe regels van artikel 335 ter BW rond de naamgeving van een kind met een moeder en een meemoeder vastlegt voorziet deze beperking niet.
Een moeder en een meemoeder kunnen dus in de geboorteakte van hun kind geboren vanaf 1 januari 2015 de naam kiezen volgens de nieuwe regels, ook als zij reeds gemeenschappelijke kinderen hebben die geboren en geadopteerd zijn voor 1 januari 2015.
Er zijn twee mogelijkheden
1. De ouders hebben reeds een kind dat een naam heeft volgens de nieuwe regels:
Dit kind heeft dezelfde naam als de keuze die de ouders gemaakt hebben voor het andere kind met een naam volgens de nieuwe regels.
Een vorig kind kan de naam hebben volgens de nieuwe regels indien:
- een gemeenschappelijk kind geboren werd na 1 januari 2015 of een eerste gemeenschappelijk kind werd geadopteerd na 1 juni 2014
- een gemeenschappelijk kind werd erkend door de meemoeder of het meemoederschap werd gerechtelijk vastgesteld na 1 januari 2015
- een verklaring naamsverandering werd afgelegd binnen 1 jaar na de inwerkingtreding van de wet of binnen 1 jaar na de geboorte van een eerstvolgend kind na 1 januari 2015 of na de vaststelling van een tweede afstammingsband na 1 juni 2014 (overgangsbepaling)
2. De ouders hebben geen enkel gemeenschappelijk kind dat een naam heeft volgens de nieuwe regels
A. De ouders doen samen aangifte
De ouders kiezen samen de naam of geven aan dat er onenigheid is en ze geen keuze kunnen maken.
Bij onenigheid krijgt het kind de dubbele naam in alfabetische volgorde.
Als ook de ouders een dubbele naam hebben kan elke ouder kiezen welk deel van hun naam zij doorgeven aan het kind. Als ze hierin geen keuze maken krijgt het kind het deel van hun naam in alfabetische volgorde.
De ouders tekenen op de minuut voor de gekozen namen en voornamen.
B. Een van de ouders doet de aangifte
De ouder die de aangifte doet, kiest de naam van het kind of geeft aan dat er onenigheid is en ze samen geen keuze hebben kunnen maken.
Bij onenigheid krijgt het kind de dubbele naam in alfabetische volgorde.
Als ook de ouders een dubbele naam hebben kan elke ouder kiezen welk deel van hun naam zij doorgeven aan het kind. Als ze hierin geen keuze maken krijgt het kind het deel van hun naam in alfabetische volgorde. De ouder die aanwezig is, zal moeten zeggen welk deel van de naam de andere ouder wenst over te dragen indien hij dit weet. Zo niet: alfabetische volgorde.
De ouder die de aangifte doet tekent op de minuut voor de gekozen namen en voornamen.
De ouder die aangifte doet kan nog steeds een verklaring naamkeuze bezorgen, maar is in geen enkel geval nog verplicht.
C. Een derde persoon (vroedvrouw, verantwoordelijke ziekenhuis) doet de aangifte.
Stel alles ervoor in het werk dat de ouders hun keuze kunnen meedelen via de verklaring naamkeuze:
Zonder deze keuze krijgt het kind de dubbele naam in alfabetische volgorde. Als ook de ouders een dubbele naam hebben, wordt het deel van hen overgedragen in alfabetische volgorde.
D. Algemeen
- Als de ouder(s) een keuze maken die niet mogelijk is, negeer je deze keuze. Het kind krijgt de dubbele naam in alfabetische volgorde. Als ook de ouders een dubbele naam hebben, wordt het deel van hen overgedragen in alfabetische volgorde.
- Een keuze die een schrijffout (materiële misslag) bevat is geldig, in de geboorteakte schrijf je uiteraard de correcte naam.
3. Overgangsbepaling
In beide situaties kunnen de ouders achteraf voor hun geadopteerde kinderen die een nog een naam bezitten volgens de oude regels een verklaring afleggen volgens de overgangsbepaling in de woonplaats van hun kinderen.
Erkenning meemoeder
Dit schema toont de juiste oplossing als de afstamming van de meemoeder van een kind komt vast te staan na de moederlijke afstamming en de ouders willen een verklaring naamsverandering afleggen.

1. Er is reeds een vorig kind van dezelfde ouders met een naam volgens de nieuwe regels
Dit kind heeft dezelfde naam als de keuze die de ouders gemaakt hebben voor het andere kind met een naam volgens de nieuwe regels.
Een vorig kind kan de naam hebben volgens de nieuwe regels indien:
- een gemeenschappelijk kind geboren werd na 1 januari 2015 of een eerste gemeenschappelijk kind werd geadopteerd na 1 juni 2014
- een gemeenschappelijk kind werd erkend door de meemoeder of het meemoederschap werd gerechtelijk vastgesteld na 1 januari 2015
- een verklaring naamsverandering werd afgelegd binnen 1 jaar na de inwerkingtreding van de wet of binnen 1 jaar na de geboorte van een eerstvolgend kind na 1 januari 2015 of na de vaststelling van een tweede afstammingsband na 1 juni 2014 (overgangsbepaling)
2. Er is geen gemeenschappelijk kind met een naam volgens de nieuwe regels
De ouders kunnen de naam van hun kind kiezen (moeder, meemoeder, moeder meemoeder of meemoeder moeder) in een verklaring naamsverandering
- de verklaring naamsverandering kan in de erkenningsakte worden opgenomen
- de verklaring naamsverandering kan in eender welke gemeente tot een jaar na de erkenning opgesteld worden
Let op: in tegenstelling tot een kind met een moeder en vader kan het zijn dat de moeder en de meemoeder reeds kinderen door adoptie hebben die een naam hebben volgens de oude regels. Toch kunnen de ouders in de erkenningsakte de naam kiezen.
3. Overgangsbepaling
In beide situaties kunnen de ouders achteraf, tot een jaar na de erkenning voor hun geadopteerde kinderen die een nog een naam bezitten volgens de oude regels een verklaring afleggen volgens de overgangsbepaling in de woonplaats van hun kinderen.
Overgangsbepaling
Er is een overgangsbepaling waarin de ouders in een gemeenschappelijke verklaring voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de woonplaats van hun kind(eren) geboren voor 1 juni 2014 de naam kunnen toekennen volgens de nieuwe regels.

Niet meer van toepassing
- De verklaring naamsverandering volgens de overgangsbepaling was mogelijk voor alle ouders met minderjarige kinderen tot 31 mei 2015.
- Tussen 1 januari 2015 en 31 mei 2015 waren volgende uitzonderingen mogelijk:
- Kinderen waarvan een ouder overleden is en daardoor de overblijvende ouder de verklaring niet heeft kunnen afleggen voor 1 januari 2015 en waarvan ondertussen een kind meerderjarig is geworden.
- Kinderen ingeschreven in de consulaire registers waarvoor de ouders voor 1 januari 2015 de verklaring niet hebben kunnen afleggen.
- Het ondertussen meerderjarig kind moet instemmen in de naamsverandering. Indien het niet instemt kan de naamsverandering niet, ook niet voor de nog minderjarige kinderen.
Algemeen
Let op:
- de ouders mogen geen gemeenschappelijk meerderjarig kind hebben
- De gekozen naam wordt toegekend aan alle gemeenschappelijke minderjarige kinderen
- Door een van de ouders als de andere overleden is
- Deze verklaring kan maar één keer worden afgelegd
- Ouders tekenen een ‘Verklaring op erewoord’ over alle gemeenschappelijke kinderen.
- De ambtenaar van de burgerlijke stand controleert zover als mogelijk is of de ouders geen meerderjarige kinderen hebben en hoeveel gemeenschappelijke kinderen zij hebben.
- Een verklaring naamsverandering volgens de overgangsbepaling wordt steeds afgelegd voor de ABS van de woonplaats van de gemeenschappelijke kinderen. Als er kinderen in verschillende gemeentes wonen, kan het voor de ABS van een van die gemeentes.
Vandaag zijn er nog volgende mogelijkheden om een verklaring naamsverandering af te leggen volgens de overgangsbepaling:
1. Een volgend kind wordt geboren na 1 juni 2014
Tot een jaar na de geboorte van een volgend kind indien:
- alle gemeenschappelijke kinderen zijn minderjarig en niet-ontvoogd
- alle gemeenschappelijke kinderen hebben een naam volgens de oude regels (moeder en vader)
- alle vol geadopteerde kinderen hebben een naam volgens de oude regels (moeder en meemoeder)
2. Een volgend kind wordt erkend na 1 juni 2014
Tot een jaar na de erkenning of vaststelling van een tweede afstammingsband van een kind indien:
- alle gemeenschappelijke kinderen zijn minderjarig en niet-ontvoogd
- alle gemeenschappelijke kinderen hebben een naam volgens de oude regels (moeder en vader)
- alle vol geadopteerde kinderen hebben een naam volgens de oude regels (moeder en meemoeder)
3. Een kind heeft de naam van zijn vader meemoeder door afwezigheid van keuze
Vanaf 1 januari 2017 tot 30 juni 2017.
Indien:
- Een eerste gemeenschappelijk kind geboren tussen 1/6/2014 en 31/12/2016 dat de naam de vader heeft gekregen bij afwezigheid van keuze
- of
- Een kind geboren tussen 1/1/2015 en 31/12/2016 dat de naam van zijn meemoeder gekregen heeft bij afwezigheid van keuze
De moeder of de vader of de meemoeder alleen kunnen in een verklaring naamsverandering in de woonplaats van het kind de nieuwe bepaling laten toepassen dat het kind de dubbele naam krijgt in alfabetische volgorde.
Het moet vast staan dat er geen keuze gemaakt werd. Dit betekent:
- de ouders deden niet samen de aangifte
- er is geen ‘verklaring naamkeuze’ terug te vinden
Vooraleer zo’n verklaring op te stellen:
- Vraag aan de geboorteplaats om op te zoeken dat er geen keuze werd gedaan. Met andere woorden, er is geen ‘verklaring naamkeuze’ terug te vinden in de stukken die bij de akte gevoegd moeten blijven of in het administratief dossier.
De verklaring naamsverandering geldt voor alle later geboren kinderen.
Veelgestelde vragen (FAQ) – Dossier naam
Kan de naamkeuze naar nieuw recht van de ouders opgenomen worden in de erkenningsakte voor geboorte?
Het nieuw art. 335 § 1 BW verwijst voor de keuze van de ouders wanneer de afstamming van vaderszijde en van moederszijde tegelijkertijd is komen vast te staan (wat het geval is bij een erkenning voor geboorte) naar het ogenblik van de aangifte van geboorte. Ook de omzendbrief bepaalt: “Gelet op het bepaalde in artikel 335, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, blijft een voortijdige overhandiging of overzending [van een gemeenschappelijke verklaring] zonder gevolg (…) Aldus is de ontvangst van een gemeenschappelijke verklaring van naamkeuze niet aan de orde bij een prenatale erkenning”.
Kunnen we als gemeente al iets doen wanneer ouders zich aanbieden voor een prenatale erkenning
De naamkeuze kan niet geacteerd worden in de prenatale erkenningsakte. Uiteraard kan de ambtenaar van de burgerlijke stand de toekomstige ouders wel inlichten over de nieuwe mogelijkheden van de wet.
Wanneer ouders langskomen om hun eerste gemeenschappelijk kind voor de geboorte te erkennen, kan je bv. als ambtenaar de gemeenschappelijke verklaring van naamkeuze meegeven met de ouders. Zij kunnen dan bij de geboorteaangifte ingevuld bezorgen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de geboorteplaats.
Wanneer ouders reeds gemeenschappelijke kinderen hebben en ze bieden zich aan voor een nieuwe erkenning voor geboorte, kan je gedurende het eerste overgangsjaar na inwerkingtreding (dus uiterlijk tot 31 mei 2015) wel reeds de akte van naamkeuze opmaken (verklaring door beide ouders ingevolge het overgangsrecht art. 12 Wet 8 mei 2014). Dit uiteraard op voorwaarde dat er geen gemeenschappelijke meerderjarige kinderen waren op datum van 1 juni 2014 en op datum van
verklaring (zie verder) én je als ambtenaar van de burgerlijke stand territoriaal bevoegd bent (gemeente waar het kind is ingeschreven in de bevolkingsregisters). Bij de geboorteaangifte van het volgend kindje geldt de keuze die door de ouders werd gemaakt in de akte van naamkeuze. Na 1 juni 2015 kunnen deze ouders enkel nog binnen de drie maanden na de geboorte van een nieuw gemeenschappelijk kind een verklaring afleggen.
Wat als er een erkenning voor geboorte werd opgemaakt voor 1 juni 2014 en de geboorte van het eerste gemeenschappelijke kindje vindt plaats na 1 juni 2014?
Of prenatale erkenningsakten opgemaakt zijn voor of na 1 juni 2014 speelt geen rol. Het moment van de geboorte van het kind (voor of na 1 juni 2014) en het gegeven of er al dan niet broers of zussen zijn van dezelfde ouders zal bepalen of oud of nieuw recht van toepassing is, niet de datum van de prenatale erkenning (zie art. 11 Wet 8 mei 2014).
Kunnen de verklaringen (akten van naamkeuze) bij de ambtenaar van de burgerlijke ingevolge het overgangsrecht (art. 12 Wet 8 mei 2014) nog afgelegd worden wanneer er kinderen zijn die meerderjarig geworden zijn tussen 1 juni 2014 en het afleggen van de verklaring? Zo ja geldt de verklaring dan enkel voor de gemeenschappelijke minderjarige kinderen?
Een letterlijke lezing van art. 12 van de Wet van 8 mei 2014 zou kunnen inhouden dat wanneer er geen meerderjarige kinderen waren op 1 juni 2014 maar wel op datum van de verklaring, de mogelijkheid toch bestaat om de verklaring af te leggen voor de op datum van de verklaring gemeenschappelijke minderjarige kinderen. Dit zou dan kunnen tot 31 mei 2015 of tot drie maanden na de geboorte van een volgend gemeenschappelijk kind. De op datum van de verklaring meerderjarige kinderen zouden uiteraard wel telkens de oude naam behouden (hun naam kan nooit wijzigen door een verklaring bij de ambtenaar van de burgerlijke stand).
Art. 12 van de Wet van 8 mei 2014 bevat echter een dubbele voorwaarde voor het afleggen van een gemeenschappelijke verklaring bij de ambtenaar van de burgerlijke stand:
- er mogen geen gemeenschappelijke meerderjarige kinderen zijn op datum van inwerkingtreding (dus 1 juni 2014)
- de gekozen naam wordt toegekend aan alle gemeenschappelijke minderjarige kinderen, wat toch impliceert dat de verklaring niet kan afgelegd worden ten voordele van meerderjarige kinderen. Alle gemeenschappelijke kinderen moeten dus minderjarig zijn op het ogenblik van de verklaring. De memorie van toelichting is in dezelfde zin opgesteld: de overgangsbepaling is enkel van toepassing op de minderjarige gemeenschappelijke kinderen.
Artikel 12 van de Wet van 8 mei 2014 moet ook gekoppeld worden aan de wens van de wetgever om de eenheid van naamrecht binnen het gezin te garanderen (zoals onder meer geëxpliciteerd in art. 335bis BW, maar ook in de memorie van toelichting bij art. 11 2e lid Wet 8 mei 2014). Dit doet besluiten dat de verklaringen ingevolge het overgangsrecht enkel kunnen voor alle minderjarige kinderen van dezelfde ouders.
Voorbeeld: stel een koppel heeft gemeenschappelijke minderjarige kinderen geboren voor 1 juni 2014, er is geen enkel kind dat meerderjarig was op 1 juni 2014. De ouders hebben nu een jaar de tijd om een verklaring af te leggen voor de ambtenaar van de burgerlijke stand. Eén van de kinderen wordt meerderjarig op 1 juli 2014. Deze ouders hebben uiterlijk tot 30 juni 2014 de tijd om de verklaring af te leggen.
Deze vraag werd besproken met de FOD Justitie, dienst Familierecht. Onder voorbehoud van andersluidende uitspraken van hoven en rechtbanken wordt aangeraden de hier beschreven interpretatie te volgen.
De gemeenschappelijke verklaringen (akten van naamkeuze) bij de ambtenaar van de burgerlijke stand worden volgens de omzendbrief ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand (bijzondere registers). Wat als je geen bijzondere registers hebt, moet er dan een bijzonder register geboorten gecreëerd worden?
Nee, het is voldoende de akten van naamkeuze (te ondertekenen door de ambtenaar van de burgerlijke stand of zijn gemachtigde en beide ouders of één ouder indien de andere overleden is) in te schrijven in de registers van de burgerlijke stand. De ambtenaar van de burgerlijke stand kiest volledig zelf hoe de registers worden onderverdeeld. Dit verschilt van gemeente tot gemeente. In een grote gemeente met een kraamkliniek zal er doorgaans een hoofdregister zijn voor de geboorteakten, een bijzonder register voor de overschrijvingen van vonnissen en van buitenlandse geboorteakten én nog een apart register voor de nationaliteitsakten. De erkenningsakten worden naargelang de gemeente in het hoofd- of bijzonder register ingeschreven. In kleinere gemeenten (zonder kraamkliniek) is er vaak één hoofdregister voor de erkenningsakten, overschrijvingen, geboorteakten bij thuisbevallingen én nationaliteitsakten. Als je over een bijzonder register voor de geboorten beschikt, kan je ervoor opteren om de gemeenschappelijke verklaringen daar in te schrijven. Er hoeft zeker geen apart bijzonder register voor gecreëerd te worden.
Welke ambtenaar van de burgerlijke stand is territoriaal bevoegd om de gemeenschappelijke verklaringen (akten van naamkeuze) op te maken? Wat indien je een gemeenschappelijke verklaring ingevolge art. 12 moet opmaken en de gemeenschappelijke kinderen wonen verspreid in verschillende gemeenten?
Naargelang het type van gemeenschappelijke verklaring gelden er andere bepalingen.
De akte van naamkeuze op gemeenschappelijke verklaring van de ouders ingevolge het nieuw art. 335 § 3 BW kunnen net zoals de vroegere akte van naamkeuze (oud art. 335 § 3 BW) opgemaakt worden door elke ambtenaar van de burgerlijke stand ongeacht de woonplaats of geboorteplaats. Voor de erkenning noch voor de naamkeuze is er een territoriale bepaling opgenomen in art. 335 BW. Het gaat dus hier om een eerste gemeenschappelijk kind geboren na 1 juni 2014 waarvoor de afstamming niet gelijktijdig vaststond (bv. erkenning na geboorte).
Voor de akten van naamkeuze op gemeenschappelijke verklaring van de ouders ingevolge het overgangsrecht (art. 12 Wet 8 mei 2014) is er wel een territoriale bepaling opgenomen.
Bevoegd is alleen “de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar het kind is ingeschreven in de bevolkingsregisters” (art. 12 3e lid Wet 8 mei 2014). Het gaat hier dus om de gemeenschappelijke minderjarige kinderen van dezelfde ouders (verklaring af te leggen tot 31 mei 2015 of drie maanden na de geboorte van een volgend gemeenschappelijk kind). Enkel de woonplaats is bij wet bevoegd. De ambtenaar van de burgerlijke stand die de verklaring opmaakt zendt de akte toe aan zijn ambtsgenoten van de geboorteplaatsen van de kinderen opdat een kantmelding van de nieuwe naam bij de geboorteakte kan aangebracht worden. Indien de gemeenschappelijke minderjarige kinderen niet in dezelfde gemeenten wonen, blijft gelden dat de gekozen naam wordt toegekend aan alle gemeenschappelijke minderjarige kinderen (art. 12 1e lid Wet 8 mei 2014) en dat dus één akte voor alle kinderen moet worden opgemaakt. Welke gemeente is dan bevoegd? Elk van de gemeenten waar een kind is ingeschreven in de bevolkingsregisters kan de akte – voor alle kinderen – opmaken.
Een moeder bevalt binnenkort van haar eerste kind met haar nieuwe partner. Zij heeft reeds een ander kind geboren uit moederlijke afstamming. Als zij opteert voor de dubbele naam voor haar twee kind, heeft dit dan gevolgen voor het eerste kind?
Nee, er zijn geen gevolgen voor het eerste kind van deze moeder. Deze kinderen hebben niet dezelfde afstamming. Het principe van de eenheid van naamrecht in het nieuw recht (nieuw art. 335bis BW) of de toepassing van oud recht indien er broers of zussen zijn geboren voor 1 juni 2014 (art. 11 2e lid Wet 8 mei 2014) speelt enkel bij gemeenschappelijke kinderen met dezelfde vader en moeder.
De ambtenaar van de burgerlijke stand kan volgens de omzendbrief materiële fouten rechtzetten. Is dan de procedure van art. 99-100 BW niet meer nodig?
Het gaat enkel om materiële fouten in de gemeenschappelijke verklaring inzake de naamkeuze opgesteld door de ouders en overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand die de geboorteakte van een eerste sinds 1 juni 2014 geboren gemeenschappelijk kind van deze ouders dient op te maken. Indien de ouders hun familienaam of deze van het kind verkeer schrijven (kleine materiële fouten) dan kan de ambtenaar van de burgerlijke stand dit rechtzetten en toch correct de geboorteakte opmaken.
Wanneer het niet gaat om materiële fouten maar om een naamkeuze die ingaat tegen de wettelijke bepalingen, dan zal de ambtenaar van de burgerlijke stand deze keuze weigeren en de aanvullende regels toepassen (dus de naam van de vader toekennen aan het kind).
Er vindt een geboorte plaats van een kind in België uit twee Nederlandse ouders. Zij wensen de dubbele naam voor hun Nederlands kind. Kan dit?
De nieuwe regels betreffen het Belgische materiële naamrecht. Het Wetboek Internationaal Privaatrecht (WIPR) bepaalt het toepasselijk recht op de vaststelling van de naam, namelijk het recht
van de nationaliteit van het kind (art. 37 WIPR). Dit houdt in dat het Belgisch naamrecht enkel toegepast wordt bij kinderen van Belgische nationaliteit of uitzonderlijk wanneer het vreemd recht onmogelijk kan vastgesteld worden (art. 15 WIPR). Deze twee Nederlandse ouders kunnen dus niet opteren voor de dubbele naam (het Nederlands materieel naamrecht voorziet een keuze tussen de naam van de moeder of de naam van de vader).
Heeft een kind de Belgische nationaliteit, maar de ouders niet (toepassing van art.11 § 1 Wetboek van de Belgische nationaliteit – WBN) is het Belgisch naamrecht wel van toepassing. Ook wanneer een kind de Belgische nationaliteit krijgt toegekend in toepassing van art. 10 of art. 11 § 1 WBN, kan er gebruik gemaakt worden van de verklaringen voorzien in het overgangsrecht (art. 12 Wet 8 mei 2014).
Moet in de geboorteakte worden opgenomen dat de ouders geen keuze maakten of dat er onenigheid was (en het kind dus de naam van de vader krijgt)?
Nee, het nieuw art. 335 § 1 2e BW lid bepaalt enkel dat de ambtenaar van de burgerlijke stand akte neemt van de keuze. In het documentair aktemodel verschijnt dit als “naam op verklaring ouders”. Wanneer er geen keuze of onenigheid was, wordt dit als dusdanig vermeld.
Wanneer er bovendien reeds broers of zusters zijn van dezelfde ouders waarvoor een keuze werd gemaakt (hetzij bij de geboorte van het eerste gemeenschappelijke kind of via een akte van naamkeuze voor al de minderjarige kinderen) wordt ook geen extra speciale vermelding in de geboorteakte aangebracht daar het nieuw art. 335bis BW dit niet voorziet.
Een moeder bevalt van een kind voor 1 juni 2014, de afstamming ten aanzien van de vader wordt vastgesteld na 1 juni 2014. Voor de naam van een dergelijk kind geldt het oude recht (want het kind is geboren voor 1 juni 2014, art. 11 1e lid). Is er dan een naamskeuze mogelijk in gevolge het oude recht (naar de naam van de vader; oud art. 335 § 3 BW)? Is er bovendien ingevolge het nieuw recht de mogelijkheid van een gemeenschappelijke verklaring tot afleggen van een naamkeuze naar nieuw recht mogelijk tot 31 mei 2015 (art. 12 Wet 8 mei 2014)?
In theorie beschikken de ouders in een dergelijk geval zowel over de keuzemogelijkheid volgens het oude recht (aangezien het kind geboren is voor 1 juni 2014), als over de keuzemogelijkheid van art. 12 (uiterlijk tot 31 mei 2015). De twee keuzemogelijkheden zijn niet dezelfde, aangezien onder het oude recht het niet mogelijk was om de dubbele naam te kiezen.
Omdat het oude recht van toepassing is (kind geboren voor 1 juni 2014) zou men kunnen stellen dat de ouders eerst kunnen kiezen om het kind de naam van de vader te geven op basis van het oude recht om dan enige tijd later – maar uiterlijk op 31 mei 2015 – de naam opnieuw te wijzigen volgens de keuzemogelijkheden naar nieuw recht. Bij de twee keuze op basis van art. 12 van de Wet van 8 mei 2014 zou dan de dubbele naam kunnen gekozen worden of zelfs een terugkeer naar de naam van de moeder.
Een andere interpretatie – die doorgesproken werd met de FOD Justitie en onder voorbehoud van andersluidende uitspraken door hoven en rechtbanken wordt aangeraden – stelt dat de mogelijkheid om twee keer te kiezen in strijd is met de wil van de wetgever. Slechts één keuze is mogelijk en dat is de akte van naamkeuze op gemeenschappelijke verklaring binnen het jaar na de inwerkingtreding van de wet (art. 12 Wet 8 mei 2014). De ouders moeten van de keuzemogelijkheid van art. 12 gebruik maken omdat deze in beginsel dezelfde keuze aanbiedt zoals onder oud recht (naam van de vader of naam van de moeder indien de erkenning zonder naamswijziging gebeurt) uitgebreid met de optie van de dubbele naam. In het belang van het kind moet een opeenvolging van naamsveranderingen of ook de mogelijkheid daartoe vermeden worden. Dit strookt ook met een belangrijke doelstelling van de wetgever, namelijk het slechts één keer uitoefenen van het keuzerecht.
Samengevat komt het er op neer dat indien zowel een keuze naar oud recht als nieuw recht mogelijk is, de keuze naar nieuw recht dient te gebeuren. Er stellen zich wel enkele (praktische) problemen:
- na 31 mei 2015 is de keuze ingevolge art. 12 van de Wet van 8 mei 2014 niet meer mogelijk. Er zijn dus geen twee keuzes meer mogelijk waarbij de voorkeur aan de keuze naar nieuw recht werd gegeven, maar theoretisch nog slechts één keuze naar oud recht die niet kan geweigerd worden. Tot 31 mei 2015 stelt dit probleem zich niet (tenzij er meerderjarige kinderen van dezelfde ouders zijn waardoor de gemeenschappelijke verklaring op basis van art. 12 sowieso niet mogelijk is en dus enkel kan teruggevallen worden op de keuze naar oud recht). De FOD Justitie geeft in elk geval aan te werken aan een verfijning van het overgangsrecht door bijvoorbeeld mogelijk te maken dat bij een vaststelling van de tweede afstamming na 31 mei 2015 toch binnen een bepaalde periode een keuze naar nieuw recht mogelijk te maken
- wanneer er reeds broers of zussen van dezelfde ouders geboren werden die reeds de naam van de vader droegen en de ouders wensen nu bij de erkenning van een ander gemeenschappelijk kind dat geboren werd voor 1 juni 2014 ook de naam van de vader te geven, zal er volgens de tweede interpretatie toch een akte van naamskeuze voor alle gemeenschappelijke minderjarige kinderen nodig zijn. Dit doet enigszins vreemd aan: de naam van de andere kinderen wiens afstamming eerder vaststond zal als het ware “herbevestigd” worden. Het voordeel is dat de keuze wel ondubbelzinnig vaststaat, ook voor volgende kinderen die geboren worden na 1 juni 2014 (geen mogelijkheid meer tot een akte van naamkeuze op gemeenschappelijke verklaring binnen de drie maanden na de geboorte)
- de ambtenaar van de burgerlijke stand waar de erkenning geacteerd wordt is niet noodzakelijk bevoegd om de akte van naamkeuze op gemeenschappelijke verklaring (art. 12 Wet 8 mei 2014) te acteren. Het is volgens VLAVABBS een goede praktijk om meteen door te verwijzen naar de woonplaats van het kind. De nieuwe erkenning en de verklaring art. 12 zijn daar beide mogelijk.
Varianten: - indien voor 1 juni 2014 de afstamming van de vader na die van de moeder werd vastgesteld en er volgens oud recht een keuze gemaakt werd voor de naam van de vader, behouden de ouders wel steeds de keuzemogelijkheid van art. 12 van de Wet van 8 mei 2014
- ook wanneer een kind geboren wordt na 1 juni 2014, er broers of zussen zijn van dezelfde ouders geboren voor 1 juni 2014 én de afstamming niet gelijktijdig vaststaat is er theoretisch de mogelijkheid dat twee keuzes naar oud en nieuw recht mogelijk zijn: ook hier dient dan de voorkeur uit te gaan naar de akte van naamkeuze op gemeenschappelijke verklaring op basis van art. 12 af te leggen binnen de drie maanden na de geboorte. Wanneer de drie maanden verstreken zijn, is enkel de keuze naar oud recht nog mogelijk
- indien het om het enige gemeenschappelijke kind gaat (geboren voor 1 juni 2014) en de erkenningsakte wordt opgemaakt in de woonplaats van het kind, kan theoretisch de verklaring van naamkeuze rechtstreeks in de erkenningsakte worden opgenomen. Dit gebeurt frequent bij erkenningen op basis van art. 335 § 3 BW (zowel in het oude als nieuwe recht). Omdat het echter gaat om een verklaring van naamkeuze op basis van het overgangsrecht art. 12 van de Wet van 8 mei 2014, wordt aangeraden deze in een aparte akte te acteren. Op die manier blijft het duidelijk dat het om een verklaring gaat ingevolge het overgangsrecht, een situatie die in deze hypothese uitdooft na 31 mei 2015. De omzendbrief bepaalt bovendien dat de ambtenaar van de burgerlijke stand de keuze van de naam ingevolge het overgangsrecht in de registers van de burgerlijke stand (bijzondere registers) moet inschrijven overeenkomstig de formulering vermeld in de omzendbrief (dus in een aparte akte). Als er meerdere gemeenschappelijke kinderen zouden zijn, moet het sowieso in een aparte akte van naamgeving. Indien het om een kind geboren na 1 juni 2014 gaat, kan op basis van art. 335 § 3 BW (en niet op basis van het overgangsrecht) de verklaring voor de naam wel in de erkenningsakte geacteerd worden.
Een kind wordt geboren na 1 juni 2014, het heeft broers en zusters van dezelfde ouders geboren voor 1 juni 2014. Kan de akte van naamskeuze op gemeenschappelijke verklaring van de ouders binnen de drie maanden na de geboorte van een nieuw kind (art. 12 Wet 8 mei 2014) worden opgemaakt tussen de geboorte en de aangifte van geboorte van het nieuwgeboren kind?
Praktisch is het niet aan te raden deze gemeenschappelijke verklaring van de ouders (art. 12 Wet 8 mei 2014) te acteren tussen de geboorte en de aangifte van geboorte. Het nog niet aangegeven kind is nog niet ingeschreven in de bevolkingsregisters, er werd nog geen geboorteakte van opgemaakt. Hoe (met of zonder namen? staat de afstamming al vast?) en op basis van wat (model I? kennisgeving geboorte?) gaat het pasgeboren kind aangeduid worden in de akte van naamkeuze?
Praktisch is het niet aan te raden deze gemeenschappelijke verklaring van de ouders (art. 12 Wet 8 mei 2014) te acteren tussen de geboorte en de aangifte van geboorte. Het nog niet aangegeven kind is nog niet ingeschreven in de bevolkingsregisters, er werd nog geen geboorteakte van opgemaakt. Hoe (met of zonder namen? staat de afstamming al vast?) en op basis van wat (model I? kennisgeving geboorte?) gaat het pasgeboren kind aangeduid worden in de akte van naamkeuze?
De wet (art. 335 § 3 BW, noch art. 12 Wet 8 mei 2014) voorziet geen andere uitzondering dan het overlijden van één van beide ouders om de verklaring als ouder alleen af te leggen. De ontzetting uit de ouderlijke macht heeft hierop geen invloed: beide ouders moeten de verklaring samen afleggen behalve bij het overlijden van één van hen.
Moet de overleden ouder vermeld worden in de akte van verklaring van naamkeuze indien deze door één ouder afgelegd wordt?
De naam, voornamen, geboorteplaats, geboortedatum, overlijdensplaats en overlijdensdatum van de overleden ouder worden toegevoegd in de akte. Op die manier is het ook duidelijk dat het om deze bijzondere situatie gaat en dat het om deze gemeenschappelijke afstamming gaat.
Stel een kind wordt geboren na 1 juni 2014, maar het heeft broers of zussen geboren voor 1 juni 2014: klopt het dat wanneer het oude recht moet toegepast worden er niet steeds een eenheid van naamrecht is?
Net zoals onder het oude recht er geen eenheid van naamrecht was, is dat ook niet het geval wanneer het oude recht dient toegepast te worden na 1 juni 2014. Zo was het onder oud recht perfect mogelijk dat bij twee gemeenschappelijke kinderen één kind de naam van de moeder draagt (erkenning na geboorte, naam kind onveranderd gebleven) en één kind de naam van de vader (erkenning na geboorte met naamswijziging of de afstamming stond vast bij de opmaak van de geboorteakte).
Wanneer dan een nieuw gemeenschappelijk kind uit dezelfde ouders geboren wordt is krachtens art. 11 van de Wet van 8 mei 2014 oud recht van toepassing. De naam hangt af van het al dan niet vaststaan van de gemeenschappelijke afstamming en niet van de namen van de reeds bestaande kinderen.
Uiteraard is het mogelijk om via de verklaring van naamkeuze in het overgangsrecht (art. 12 Wet 8 mei 2014) al deze kinderen dezelfde naam te geven en dit tot drie maanden na de geboorte van het nieuwe kind na 1 juni 2014. Daarna geldt wel de eenheid van naamrecht op basis van art. 335bis BW: eens een keuze gemaakt naar nieuw recht geldt deze voor alle volgende kinderen.
Ouders hadden een doodgeboren kindje voor 1 juni 2014, na 1 juni 2014 krijgen zij een volgend kindje. Is oud of nieuw recht van toepassing?
Het kindje geboren na 1 juni 2014 is het eerste gemeenschappelijk kind waarvoor de afstamming ten opzichte van beide ouders vaststaat. Het nieuwe recht is dus van toepassing: mogelijkheid van keuze naar nieuw recht bij de geboorteaangifte. Het doodgeboren kindje beschikt wettelijk niet over een afstamming, die pas komt vast te staan bij de (levend)geboorte.
Een kind geboren voor 1 juni 2014 heeft via KB een naam gekregen die overeenkomt met het huidige recht. Krijgt het volgende kind van dezelfde ouders geboren na 1 juni 2014 dan deze naam?
Nee, de eenheid van naamrecht (art. 335bis BW) geldt enkel wanneer de keuze van de nieuwe naam ingevolge het nieuwe art. 335 § 1 of § 3 BW gebeurde (dus voor de ambtenaar van de burgerlijke stand of voor de rechter in geval van een betwisting van de afstamming). In dit geval is er een broer of zus met dezelfde afstamming geboren voor 1 juni 2014, dus is krachtens art. 11 van de Wet van 8 mei 2014 het oude recht van toepassing. Wel kan er een verklaring van naamkeuze ingevolge het overgangsrecht gebeuren (art. 12 Wet 8 mei 2014) om deze kinderen dezelfde naam te geven. Dit kan voor het eerste kind ook een “herbevestiging” dus dezelfde naam zijn.
Hoe weet je als ambtenaar van de burgerlijke stand hoeveel gemeenschappelijke minderjarige kinderen een koppel heeft? Dienen voor de verklaringen van naamkeuze altijd de geboorteakten worden opgevraagd?
Ter controle van het aantal gemeenschappelijke minderjarige kinderen en of er geen gemeenschappelijke meerderjarige kinderen zijn, kan de ambtenaar van de burgerlijke stand gebruik maken van alle middelen die hem ter beschikking staan (akten burgerlijke stand, Rijksregister). Uiteindelijk zijn de ouders echter verantwoordelijk voor de verklaring van naamkeuze, ook voor de opgave van het aantal gemeenschappelijke minderjarige kinderen. Daartoe vullen de ouders de verklaring op erewoord in (bijlage 2 van de omzendbrief).
In elk geval dient de ambtenaar van de burgerlijke stand op basis van de verklaring op erewoord te verifiëren of de afstamming van de opgegeven kinderen klopt en het dus om gemeenschappelijke minderjarige kinderen gaat van het ouderpaar dat zich aandient voor een verklaring. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan gebruik maken van het Rijksregister, maar kan ook steeds de geboorteakten opvragen of laten opvragen. Enkel de geboorteakte geldt als bewijs van de gemeenschappelijke afstamming.
Dienen de kinderen toe te stemmen in een verklaring van naamkeuze en zo ja vanaf welke leeftijd? Wat als er meerderjarige kinderen zijn: moeten zij toestemmen voor de verklaring van naamkeuze voor de anderen minderjarige kinderen?
De wet voorziet geen toestemming van de kinderen. Bij de voorbereiding werd er wel aan gedacht om kinderen vanaf 12 jaar te laten toestemmen. Dat is niet weerhouden. De verklaring wordt enkel afgelegd en ondertekend door beide ouders. De verklaring van naamkeuze (art. 12 Wet 8 mei 2014) geldt enkel voor alle gemeenschappelijke minderjarige kinderen op voorwaarde dat er geen meerderjarige kinderen zijn op 1 juni 2014 of op datum afleggen verklaring (zie hoger). Wanneer er meerderjarige kinderen zijn, is er dus ook geen verklaring van naamkeuze meer mogelijk voor de andere minderjarige kinderen.
Een Poolse moeder en een Belgische vader hebben een eerste gemeenschappelijk kind geboren na 1 juni 2014. De ouders wensen een dubbele naam waarbij de naam van de moeder naar het geslacht van het kind verbogen wordt (naam eindigt op i in plaats van a). Kan dit? Het is toch ook mogelijk een vreemde naam te splitsen indien het vreemde recht dit voorziet?
Ingevolge art. 3 en 37 van het Wetboek Internationaal Privaatrecht is het toepasselijk recht op de vaststelling van de naam van een kind het Belgisch recht (omdat het een Belgisch kind betreft). De toepassing van het Belgisch recht voorziet wel in de mogelijkheid van een dubbele naam, maar niet in een verbuiging van de naam naar geslacht. De naam van dit kind kan dus niet naar geslacht verbogen worden.
De mogelijkheid om een meervoudig samengestelde vreemde naam te splitsen hangt af van de vaststelling van de naam ingevolge het nationale recht van de ouder en niet van het nationale recht van het kind (eveneens op basis van art. 37 Wetboek Internationaal Privaatrecht). Het Wetboek Internationaal Privaatrecht voorziet geen mogelijkheid om in één situatie twee verschillende toepasselijke wetgevingen toe te passen. Wanneer er meer als één toepasselijk recht waaronder het Belgische door het Wetboek aangeduid wordt, primeert steeds het Belgisch recht (art. 3 Wetboek Internationaal Privaatrecht).
Een koppel wenst een verklaring van naamkeuze af te leggen ingevolge het nieuwe recht voor al hun gemeenschappelijke minderjarige kinderen. Zij hebben ook een overleden kindje. Kan de verklaring nog afgelegd worden? Kan het overleden kind nog van naam veranderen?
De verklaring kan afgelegd worden voor alle gemeenschappelijke minderjarige kinderen, ook al is één kind overleden. De wet legt enkel de beperking op dat er geen gemeenschappelijke meerderjarige kinderen mogen zijn. De naam is een kenmerk van de persoon, waardoor een overleden kind niet meer van naam kan wijzigen. De persoon heeft immers opgehouden te bestaan.
Op welke datum moet bij een verklaring van naamkeuze de naam in het Rijksregister aangepast worden: datum van de verklaring of datum van de randmelding?
De verklaring van naamkeuze wordt geacteerd in een akte van de burgerlijke stand die onmiddellijk effect heeft vanaf de opmaak ervan. Het Rijksregister wordt dan ook aangepast vanaf de datum van de verklaring. Vanaf de aanpassing kan desgevallend ook een nieuwe kids-ID, elektronische identiteitskaart of paspoort aangevraagd worden. Er hoeft niet op het aanbrengen van de randmelding gewacht te worden. Het is trouwens denkbaar dat de randmelding niet kan aangebracht worden omdat het kind in het buitenland is geboren en de geboorteakte niet overgeschreven is in België.
Twee vreemde ouders hebben Belgische kinderen (op basis van oud art. 11bis, nu art. 11 § 2, Wetboek van de Belgische nationaliteit). Zij wensen een verklaring te doen. Is dit mogelijk?
Het Belgisch naamrecht is van toepassing is van toepassing op Belgische kinderen. De vreemde ouders kunnen perfect de verklaring afleggen. Indien één van hen over een samengestelde naam betreft is deze in principe niet deelbaar tenzij het vreemde recht de deelbaarheid kent (eventueel te bewijzen door een wetscertificaat).
Een Spaans-Belgische echtgenoot en Belgische echtgenote wensen de dubbele naam voor hun minderjarige kinderen ingevolge het overgangsrecht. De kinderen dragen nu de (dubbele) naam van de vader. Wat is er mogelijk?
De kinderen kunnen in een verklaring van naamkeuze ofwel de naam van de vader krijgen (maar diens naam dragen ze nu reeds), de naam van de moeder of een combinatie van vadersnaam en moedersnaam in de volgorde door hen te bepalen. De dubbele naam van de vader is niet deelbaar, daar hij ondertussen de Belgische nationaliteit heeft verworven. Samengestelde namen worden principieel als ondeelbaar beschouwd, tenzij het om een dubbele naam gaat die men verkregen heeft ingevolge het nieuwe recht. Zoals voorheen kunnen deze mensen een KB van naamswijziging vragen op basis van het arrest Garcia-Avello: indien een persoon over een meervoudige nationaliteit beschikt waaronder de Belgische en een EU-nationaliteit, kan de toepassing van het vreemde EU-naamrecht gevraagd worden via KB. Dit wordt steeds toegestaan.