Belangrijke aanpassing WBN

De Wet van 18 januari 2024 om justitie menselijker, sneller en straffer te maken III, gepubliceerd in het Staatsblad op 26 januari en in werking getreden op 5 februari 2024, bevat een belangrijke wijziging inzake de procedure voor de nationaliteitsverklaringen. In artikel 15, § 1, 4e lid van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (WBN) wordt voortaan bepaald dat niet alleen het niet identiek zijn van de schrijfwijze van de naam of voornaam, maar ook het niet gelijk zijn van de geboortedatum in het bevolkingsregister, vreemdelingenregister, strafregister of in de voorgelegde documenten voortaan aanleiding geeft tot een opschorting van de aanvraag tot verkrijging van de Belgische nationaliteit. De opschorting neemt een einde respectievelijk wanneer de schrijfwijze van de naam of voornaam en de geboortedatum in alle registers en documenten gelijk is gemaakt.

De twee andere wijzigingen zijn eerder technisch. De eerste heeft betrekking op het wettelijk verblijf van een persoon die op basis van art. 17 WBN een aanvraag doet tot terugkrijgen van de Belgische nationaliteit als deze na ten onrechte te zijn verleend werd ingetrokken, nadat de belanghebbende minstens tien jaar in het genot is geweest van de hoedanigheid van Belg.

Een aanvrager die in het buitenland verblijft, hoeft voortaan niet te voldoen aan de voorwaarden voor het verblijf in België (art. 7bis, § 1 WBN) en evenmin over een verblijfstitel te beschikken (art. 7bis, § 2, 1e lid, 1° WBN). De verklaarder die in België verblijft hoeft dan weer niet te beschikken over een verblijfstitel van onbeperkte duur (art. 7bis, § 2, 1e lid WBN).

De laatste wijziging handelt over de voorziening in Cassatie voor een vervallenverklaring van de Belgische nationaliteit en heeft verder geen belang voor de praktijk van de ambtenaren van de burgerlijke stand.

BURGERZAKEN VLAANDEREN vzw