Federale Ombudsman spreekt zich opnieuw uit over art. 10 WBN

In twee nieuwe aanbevelingen aan de Dienst Vreemdelingenzaken en de minister van Justitie over de rechten van kinderen die in België geboren worden zonder nationaliteit vraagt de federale Ombudsman:

  • te verzekeren dat het kind dat de Belgische nationaliteit heeft in toepassing van artikel 10 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (WBN), het genot heeft van alle rechten die verbonden zijn aan die nationaliteit, waaronder het verblijfsrecht van zijn ouders
  • de verblijfaanvraag van ouders van kinderen die Belg zijn in toepassing van artikel 10 WBN uiterlijk binnen de zes maanden te onderzoeken en op de dag van de beslissing rekening te houden met de beslissing van de ambtenaar van de burgerlijke stand over de Belgische nationaliteit van het kind en in het kader van de behandeling van de verblijfsaanvraag op te houden ambtenaren van de burgerlijke stand juridisch advies te geven over deze materie of ze ertoe aan te zetten om van ouders te eisen dat ze andere stappen ondernemen, dan die waarin het WBN voorziet, om een andere nationaliteit voor hun kind te verkrijgen
  • vóór elk herzieningsvoorstel van artikel 10 WBN, een evaluatie ervan uit te voeren, rekening houdend met het hoger belang van het kind als allereerste overweging.

Zoals in de vorige aanbeveling vraagt de federale Ombudsman dat de DVZ zich terughoudend en voorzichtig zou opstellen, met eerbiediging van het hoger belang van het kind en de bevoegdheden ter zake van de ambtenaren van de burgerlijke stand en de procureurs des Konings. Volgens de Ombudsman gaat echter de praktijk van de DVZ, door communicaties te verzenden aan gemeenten over de toepassing van art. 10 WBN, verder dan het verstrekken van informatie en rijst er een ernstig probleem van voorzichtigheid in de analyses die de DVZ naar de ambtenaren van de burgerlijke stand stuurt.

De Ombudsman concludeert in scherpe bewoordingen dat de praktijk van de DVZ het wettelijk kader noch het hoger belang van het kind respecteert. Ook het overschrijden van de wettelijke behandeltermijn voor de behandeling van verblijfsaanvragen wordt veroordeeld door de Ombudsman. Die roept de DVZ ten slotte op om de wettelijke bevoegdheden van elke autoriteit te eerbiedigen in het belang van de rechtstaat en rechtszekerheid, want de aanpak van de DVZ versterkt alleen de rechtsonzekerheid.

Burgerzaken Vlaanderen blijft zoals voorheen oproepen om in deze materie steeds een grondig onderzoek te voeren en gedegen, juridisch gemotiveerde, en aan elke individuele situatie aangepaste beslissingen (met beroepsmogelijkheid) te nemen.

BURGERZAKEN VLAANDEREN vzw