Burgerzaken Vlaanderen vzw ontvangen meldingen van gemeenten die het geboortegetuigschrift van het CGVS weigeren te aanvaarden bij aangiften betreffende erkende vluchtelingen die intussen Belg zijn. Sommige gemeenten stellen dat zij hun originele geboorteakte opnieuw kunnen opvragen, aangezien er geen vrees voor vervolging meer zou zijn. Het is echter belangrijk om te benadrukken dat het bezitten van de Belgische nationaliteit de problemen met het land van herkomst niet automatisch oplost.
De regelgeving (bv. de Circulaire van 16 januari 2006 betreffende de wet van 3 december 2005 tot wijziging van de artikelen 64 en 1476 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 59/1 van het Wetboek van Zegelrechten met het oog op de vereenvoudiging van de formaliteiten voor het huwelijk en de wettelijke samenwoning, B.S. 23-01-2006, stelt dat het opvragen van een zelfde document aan belanghebbende enkel verantwoord is wanneer er ernstige aanwijzingen zijn dat de situatie sindsdien is gewijzigd) biedt ook ruimte voor soepelheid, zeker bij moeilijk verkrijgbare documenten. Daarom is het aangewezen om de attesten van geboorte van het CGVS wel te aanvaarden, ook al hebben de betrokkenen reeds de Belgische nationaliteit verworven.
Binnen de Vaste Commissie van de Burgerlijke Stand (vergadering van 11 december 2020) waren de leden van mening dat er een structurele oplossing nodig is voor het gebruik van het getuigschrift van geboorte van het CGVS. In afwachting van zo’n structurele oplossing (bv. de opmaak van een akte van geboorte in de DABS op basis van een dergelijk getuigschrift kan een piste zijn) kan het getuigschrift van geboorte van het CGVS voor Belg geworden erkende vluchtelingen aanvaard worden voor een huwelijksaangifte, uiteraard onder voorbehoud van wat hoven en rechtbanken beslissen in concrete zaken.