Artikel 141 tot 144 van de Wet houdende bepalingen inzake digitalisering van Justitie en diverse bepalingen Ibis (gepubliceerd op 29 maart 2024 en in werking getreden 8 april 2024) vervangen de definitie van een “relatie van samenleven” (oud artikel 58 van het Wetboek IPR) door deze van een “geregistreerd partnerschap”.
Het begrip “geregistreerd partnerschap” betekent voortaan de regeling inzake het samenleven van twee personen die bij wet is vastgesteld, waarvan registratie bij dezelfde wet verplicht is en die voldoet aan de bij die wet voor zijn totstandbrenging vastgestelde vormvereisten (nieuw artikel 58 van het Wetboek IPR). Het toepasselijk recht op het geregistreerd partnerschap is dat van het recht van de Staat op wiens grondgebied het voor het eerst is geregistreerd (nieuw artikel 60, 1e lid van het Wetboek IPR).
Met deze nieuwe definitie wordt de mogelijkheid om een buitenlands geregistreerd partnerschap te erkennen als een huwelijk (indien het partnerschap dezelfde gevolgen als een huwelijk tot stand bracht voor personen met hetzelfde geslacht) in het Wetboek IPR afgeschaft, maar dit enkel indien het buitenlands partnerschap gelijkgesteld met een huwelijk werd afgesloten na inwerkingtreding van deze wet (dus 8 april 2024; op basis van art. 169 Wet houdende bepalingen inzake digitalisering van Justitie en diverse bepalingen Ibis). Die afschaffing sluit aan bij de liberalisering van het huwelijk in de meeste landen, vermijdt het vorderen van een echtscheiding in de Belgische rechtbank van een met een huwelijk gelijkgesteld partnerschap en sluit beter aan bij Verordening (EU) 2016/1104 over geregistreerde partnerschappen.
De nieuwe definitie zal enkel kunnen worden gehanteerd in het geval waar de bepalingen van het Wetboek van internationaal privaatrecht worden toegepast. Mogelijk blijft de gelijkwaardigheid met een huwelijk bestaan in andere domeinen van het recht (bv. in de Verblijfswet).