Belgische advocaten beschikken over een toegang tot het Rijksregister (via het Digital Platform for Attorneys – DP-A). Zij zijn verplicht om de gegevens die zij via het DP-A kunnen raadplegen, rechtstreeks via dit platform op te vragen en dus niet meer bij de gemeenten. Uittreksels uit het Rijksregister die via het DP-A zijn verkregen, hebben dezelfde wettelijke bewijskracht als de getuigschriften die door de gemeente worden afgeleverd. Rechtbanken mogen deze uittreksels dan ook in geen geval weigeren, zelfs niet wanneer de wet expliciet een gemeentelijk attest voorschrijft.
Omdat in de praktijk sommige rechtbanken alsnog een getuigschrift van de gemeentelijke administraties eisten, verduidelijkten de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken in een Omzendbrief (die ook aan de ordes van advocaten en de hoven en rechtbanken werd gericht) dat rechtbanken de DP-A-uittreksels dezelfde bewijskracht dienen te verlenen als een getuigschrift afgeleverd door de gemeente. Gemeenten mogen enkel tussenkomen indien de advocaat optreedt namens een cliënt (met een specifiek schriftelijk mandaat en dus niet in de hoedanigheid van advocaat maar als vertegenwoordiger van de burger), bij een technische panne van het DP-A te bevestigen door het Rijksregister en hoogdringendheid of wanneer de aanvraag van een buitenlandse advocaat komt.