Op het einde van de vorige legislatuur kwam de wet van 2 mei 2019 tot stand betreffende de verandering van de vermelding “uit de echt gescheiden” en “weduwnaar/weduwe” in de administatieve akten. De bedoeling was burgers die de vermelding “uit de echt gescheiden” of “weduwnaar/weduwe” als stigmatiserend of krenkend beschouwden toe te laten om de vermelding “ongehuwd” opnieuw te laten verschijnen op bepaalde akten en documenten. Deze akten en documenten moesten via KB worden bepaald. Onze vereniging adviseerde destijds uitgebreid tegen deze wet.
In een nota van 27 februari 2024 van de minister van Binnenlandse Zaken wordt nu vastgesteld dat het onmogelijk is een dergelijke limitatieve lijst op te stellen van documenten. Bovendien kan men maar volgens het burgerlijk wetboek als ongehuwd worden beschouwd tot de dag van het (eerste) huwelijk. De rechtsgevolgen verbonden aan de staat van de persoon, zoals ook onze vereniging destijds opmerkte, maken het noodzakelijk om alleen de werkelijke burgerlijke staat op te nemen in het Rijksregister.
De minister roept de gemeenten wel op het beginsel van de minimale gegevensverwerking zoals ingesteld door de GDPR toe te passen. Dit betekent dat de burgerlijke staat maar mag voorkomen op een document wanneer deze vermelding wettelijk en strikt noodzakelijk is voor het doeleinde van het document. De burgerlijke staat vermelden moet dus vermeden worden indien niet strikt noodzakelijk.